Spaarklokken

Spaarklokken schijnen vanuit Zwitserland door Europa gegaan te zijn. Ik heb nu exemplaren uit: Nederland, Belgie, Engeland, Duitsland, Frankrijk, Denemarken en Zwitserland. Deze klokken zijn gebruikt in de jaren 30 tot eind jaren 60. Vanaf de jaren dertig nam het aantal verzekeringen snel toe. De verzekerde bedragen waren veelal van 50 tot 100 gulden. Na de tweede wereldoorlog namen de verzekerde bedragen toe tot 300 en 100 gulden. 


Toch was het voor veel mensen een probleem om de premie altijd tijdig te voldoen." De Groot-Noordhollandsche van 1845 " kwam toen als een van de eerste met een spaarklokverzekering. De premiën moesten worden voldaan door storting in de bij de polis, in bruikleen verstrekte spaarklok, in termijnen als in de polis aangegeven. Een vertegenwoordiger der Verzekering zal de bij deze polis in bruikleen afgegeven spaarklok eens per kwartaal ledigen.
Hetgeen zich als dan minder in de klok bevond dan 13 weken premie moest ineens worden bijbetaald. Voor de ontvangen premiën werd door de vertegenwoordiger een door de directie getekende kwitantie afgegeven. De klokken van " De Groot-Noordhollandsche van 1845" kom je nog steeds veel tegen, met name de modellen uit de jaren 50-60. 

De klokken liepen slechts een bepaalde tijd na inworp van een munt (dubbeltjes, kwartjes en guldens). Bij omzetting in een premievrije polis of bij afkoop der verzekering, werd de spaarklok, indien tenminste drie volle jaarpremiën waren voldaan, kosteloos het eigendom van de verzekeringnemer.

Van de verzekeringsmaatschappij  " Het Hooge Huys " komen we het model spaarwekker geregeld tegen. Waarbij de wekker is ingebouwd in de gevel van dit Hooge Huys. Zie ook het boekje het ondeugendespaarklokje.

 

Er is over een spaarklokje een kleurig kinderboekje in de jaren vijftig van de twintigste eeuw uitgegeven door de Noord-Hollandsche Levensverzekering-Mij te Alkmaar: ‘Het ondeugende spaarklokje’ is geschreven door H. Nijdam; Corry Deutekom verzorgde de illustraties.